We gebruiken vier in de kleur boven de troefkleur als azenvraag (zie [Bergen I]). Dit heeft het voordeel dat we altijd kunnen afstoppen in vijf van de troefkleur als we weten hoeveel sleutelkaarten we missen.
We beschouwen voor het antwoord de vier azen alsmede de koning van de vastgestelde troefkleur als sleutelkaarten. De antwoorden zijn nu als volgt:
1e stap: 0 of 3 sleutelkaarten,
2e stap: 1 of 4 sleutelkaarten,
3e stap: 2 of 5 sleutelkaarten,
4e stap: 2 of 5 sleutelkaarten met troefvrouw.
Na de eerste twee antwoorden is het bezit van troefvrouw nog niet bekend. De eerstvolgende bod vraagt nu naar het bezit van troefvrouw. Zonder troefvrouw biedt je de troefkleur op het laagste niveau; met troefvrouw biedt je je heren aan (als je er een hebt).
Het eerste vrije bod (na de vrouw-relay), garandeert dat alle sleutelkaarten binnen zijn en is een groot-slempoging. Antwoorder geeft in principe zijn heren aan, maar het is toegestaan naar groot slem te springen als je dertien slagen kunt zien.
De koningen worden als volgt aangegeven:
De troefkleur op het laagste niveau ontkent een heer
Een bod in een kleur toont de heer in die kleur, of de heren in de overige twee kleuren. De keycard vrager zal in het algemeen kunnen zien wat er aan de hand is. Als hij het niet kan zien, en het maakt wel uit, dan is afzwaaien naar zes helaas aangewezen.
Een bod in SA toont alle heren als er onder zes in de troefkleur nog genoeg biedingen beschikbaar blijven om alle combinaties van met één of twee heren aan te geven. Is dat niet het geval dan wordt het 5SA bod toegewezen aan de missende combinatie van heren. Als je dan toch drie heren hebt zul je moeten kiezen welke twee je aangeeft.
♠AJ76 | ♠5 | 1SA - 2SA(1) |
♠AJ7 | ♠5 | 1SA - 2SA |
Transfer naar ♦
Goede ♦-aansluiting
Kickback
0 of 3 azen
en ♦-vrouw ?
heb ik niet
Een 4-kaart ruiten maakt samen 10, dus ruitenvrouw valt wel; ik heb ook hartenkoning, maar geen klaverenkoning.
O.K., deze hand is dus geconstrueerd.